In deze interviewreeks leggen wij circulaire bouwdillema’s voor aan experts die er dagelijks mee dealen. Deze keer Lauran van Poppel, projectontwikkelaar bij Van der Heijden bouw en ontwikkeling en Rolf Gerritsen, projectleider circulair bouwen bij provincie Noord-Brabant.
Voordat we starten: jullie willen samenwerken met de hele bouwketen en dragen daarom de Brabantse Aanpak Circulair Bouwen een warm hart toe. Wat is jullie rol in de keten van Circulair Bouwen precies? En waar zijn jullie onderscheidend in?
Lauran: ‘Als projectontwikkelaar heb ik de ene keer een adviserende rol en de andere keer een beslissende rol. Wij zien dat gemeenten, corporaties of beleggers langzaamaan meer eisen gaan stellen aan circulariteit en wij kunnen hen daarbij adviseren. Daarnaast passen wij als Van der Heijden bij projecten in eigen ontwikkeling, zoveel mogelijk circulaire materialen en losmaakbare elementen en details toe.’
Rolf: ‘Vanuit provincie Noord-Brabant ben ik projectleider voor het uitvoeringsprogramma ‘Circulaire Economie, thema Bouw & Infra’. Daar heb ik drie rollen, namelijk het aanjagen van projecten, versterken van netwerken en kennis- en talentontwikkeling. Het doel is om een zo breed mogelijk netwerk te creëren van partijen die echt gemotiveerd zijn om circulair bouwen in Brabant verder te brengen.’
Dilemma 1
Als keten alleen kun je de wereld niet verbeteren, ook de rest van Brabant moet om.
Lauran: ‘Eens, maar begin bij jezelf. Op dit moment zijn wij bijvoorbeeld bezig met een aanbesteding, waarbij de opdracht wordt gegund aan de partij met de hoogste BCI-score (methode om circulariteit te meten). Nu blijkt dat nog maar weinig producten gecertifieerd zijn om in deze BCI-score op te nemen. Het zal dus helpen als niet alleen Brabantse, maar ook Nederlandse fabrikanten vaart maken om hun producten BCI te certificeren door ze op te laten nemen in databases, zoals NMD of NIBE.’
Rolf: ‘We doen het uiteindelijk allemaal om minder grondstoffen te gebruiken en minder CO2 uit te stoten. Daarvoor is ook het grondstoffen- en klimaatakkoord gesloten. Deze zijn best wel ambitieus, want ik verwacht dat de doelstellingen voor 2030 (50% reductie van primaire grondstoffen) niet worden gehaald. Waarom gaan we dat niet halen en blijft geld belangrijker dan minder CO2-uitstoot en grondstoffen? Dat heeft met urgentie te maken en het zelf voelen. Door de oorlog in Oekraïne, Covid en een schip dat in het Suezkanaal dwarsligt, zie je dat onze afhankelijkheid van grondstoffen steeds groter wordt. In dit soort gevallen voelt iedereen de urgentie wel. Maar als we allemaal circulariteit geen prioriteit geven, blijft het een beetje marginaal. Als we de opgave niet halen, worden de kosten zo hoog dat we grote problemen krijgen. Iedereen ziet dat we moeten veranderen, maar zitten vast in een systeem. En die verandering blijkt erg lastig te zijn. Veranderen doet pijn. Het doet pijn in de portemonnee en die pijn willen we niet dragen. Maar die pijn komt wel. Het is niet een kwestie of het komt, maar wanneer het komt.’
Dilemma 2
Het is niet mogelijk om in hoog tempo voor alles milieuvriendelijk materiaal te gebruiken, zoals gerecycled plastic. Daar is de productiecapaciteit niet op berekend.
Lauran: ‘Productiecapaciteit is geen probleem. Het gaat om de urgentie. Wanneer wet- en regelgeving iets eist, kan het heel snel gaan. Als wordt geëist dat 20% van al het staal hergebruikt moet zijn, zal je zien dat producenten daar meteen op in spelen. Om wet- en regelgeving draagkracht te geven, is een aanzienlijke vraag in de maatschappij een belangrijke factor. Het hangt dus niet af van de productiecapaciteit, maar echt van vraag en aanbod en wet- en regelgeving.’
Rolf: ‘De markt kan inderdaad heel snel reageren. Kijk maar naar de warmtepompen. De uitdaging is alleen om voldoende draagvlak te vinden om wet- en regelgeving hiervoor aan te scherpen.’
Dilemma 3
Voor vergaande oplossingen om producten en aanpak te verduurzamen zijn ook veranderingen nodig in regelgeving.
Lauran: ‘Naast wet- en regelgeving in het algemeen, is het ook belangrijk om dit in aanbestedingen mee te nemen. Zo is een BCI-score door een bedrijf bedacht en staat dus los van de Nederlandse wet- en regelgeving. Een mooi voorbeeld hiervoor is de BENG (Bijna Energieneutraal Gebouw). De hele bouwketen heeft daarover meegedacht, van ministeries tot architecten. Producten die volgens deze methode goed scoren, zijn dan ineens heel gewild. Je ziet dat fabrikanten deze methode proberen te volgen, alleen is er duidelijkheid nodig. In wet- en regelgeving kun je niet iets vrijblijvends opnemen.’
Rolf: ‘Klopt, uiteindelijk verlangt de markt naar duidelijkheid. De overheid moet samen met marktpartijen zorgen dat daar goede kaders voor zijn. Alleen zijn sommige partijen zo vermogend dat hun product gemakkelijker wordt opgenomen. Startups en kleinere ondernemingen hebben minder vermogen, terwijl zij misschien zelfs veelbelovender zijn. De overheid kan daar ook van betekenis zijn, door te zorgen dat veel belovende producten voldoen aan de certificering. Dus dat je innovatie hierin helpt.’
Lauran: ‘Je kan je ook afvragen in hoeverre een circulair product echt circulair is als deze wordt verankerd in een gebouw en niet te demonteren is. Zo creëer je weer het afval van de toekomst.
Dilemma 4
De verdienmodellen om circulair te werken zijn op dit moment alleen weggelegd voor bedrijven die al vermogend zijn.
Rolf: ‘Ook hiervoor is het belangrijk om de vraag op gang te krijgen. Boeren zijn bijvoorbeeld wel bereid om biobased materialen te telen, maar dat kost ze op dit moment eigen geld. Iedereen begrijpt dat ze dit niet uit eigen zak gaan betalen. Om nieuwe producten van de grond te krijgen, zou er dus ook geld beschikbaar gesteld moeten worden. Daardoor krijgen ook startups de zekerheid om een volgende stap te zetten. We moeten ervoor zorgen dat het breed leeft, zodat mensen elkaar makkelijker gaan vinden.’
Lauran: ‘We moeten de maatschappij zover krijgen dat men gelooft in circulariteit. Er zijn dan altijd mensen bereid om geld te investeren. Er kunnen tussen startups veelbelovende partijen zitten die wellicht een goudmijntje blijken te zijn.’
Dilemma 5
Het spanningsveld tussen circulariteit en kwaliteit is te groot. Want, bijvoorbeeld: welke gebruiksduur is reëel?
Lauran: ‘Het inzetten van een circulair en/of biobased product is natuurlijk wel een innovatie, omdat de tijd nog niet heeft bewezen wat het effect op lange termijn is. Dit is uiteindelijk geen belemmering doordat ook steeds meer fabrikanten en leveranciers dit soort producten gaan certificeren en zelfs later terugnemen.’
Rolf: ‘Ik vind dit wel een groot dilemma. Het blijft daarom belangrijk om de certificering van circulaire producten te versnellen.’
Ook aansluiten bij de Brabantse Aanpak Circulair Bouwen?
De Brabantse Aanpak Circulair Bouwen wil van circulair bouwen geen rariteit, maar een formaliteit maken. Daarom werken we in een keten waar onder andere aannemers, architecten, inkopers, overheid, opdrachtgevers en bouwbedrijven samenkomen om elkaar verder te brengen. Bouw je in Brabant? Dan ben je een onmisbare partner.
Voor vragen neem contact op met:
zonneveld@squarewise.com.